maandag 5 september 2011

De meest kletsnatte wijnkelder ter wereld

Bron: blogs.tijd.be

Lezers die het geluk hebben over een mooie kelderruimte te beschikken, moeten toch steeds veel tijd en geld investeren om van deze ruimte ook een volwaardige wijnkelder te maken. En hem zo te houden, want één van de grootste kwelduivels voor de eigenaar is steeds: overdreven humiditeit.

Objectief gesproken is een te droge bewaarruimte echter nog slechter, omdat daardoor de kurken kunnen uitdrogen en verkruimelen, met alle oxidatieproblemen van dien. Maar een té vochtige kelder vormt vooral een esthetisch probleem: de capsules kunnen roesten en de wijnlabels beschimmelen, wat uiteindelijk ook de marktwaarde van de fles in kwestie aantast.

De zegen van de zee
Maar laat er in Italië nu net een wijnhandelaar leven die doelbewust de meest kletsnatte kelder heeft uitgezocht die hij maar kon bedenken, om er zijn mousserende wijn in te stockeren. We hebben het hier over Piero Lugano, ex-kunstenaar die zich in 1978 herschoolde tot wijnhandelaar en zijn wijnwinkel opende aan de Italiaanse Rivière. Na een paar jaar begon hij overigens ook zijn eigen wijngamma te produceren. Uiteindelijk kreeg hij het idee om ook bubbels te maken, samengesteld uit een hele reeks autochtone druivenvariëteiten die werden geplukt langs de Mediterrrane Golfo Paradiso-kustlijn.

Piero Lugano kampte echter met één praktisch probleem: de nodige stockageruimte om de bubbels-in-wording, die hij volgens de traditionele champagnemethode met tweede gisting op fles wou maken, rustig te laten aanrijpen. Blijkbaar geïnspireerd door de talrijke verhalen over stokoude champagnes die de voorbije jaren met succes uit allerlei scheepswrakken werden opgevist, kreeg Piero dé ingeving: waarom zijn rijpende moussewijn niet in de zee bewaren? Toch plaats zat? (lees o.a. Oudste champagne weldra onder de hamer of Hoe smaakt een champagne van 2 eeuwen oud?).

In een interview met de lokale media lichtte Lugano zijn argumentatie voor deze onderwaterkelder toe: “Zo’n ruimte op de zeebodem om flessen te bewaren, is objectief gezien zelfs beter dan een ondergrondse kelder, met name voor mousserende wijn. De temperatuur is er namelijk perfect, zonlicht ontbreekt totaal, het water verhindert dat er ook maar de geringste dosis lucht in de fles doordringt en bovendien heerst er beneden een constante tegendruk, waardoor de belletjes intact blijven.”

Hij haalde zelfs nog een vijfde technisch argument uit de kast: “Door de onderwaterstroming worden de flessen permanent lichtjes gewiegd, waardoor de gistpartikels door de wijn blijven bewegen."

Zestig meter diep
Een redenering waar geen speld tussen te krijgen was, maar dat was eventjes buiten de Italiaanse bureaucratie gerekend. Piero Lugano moest eerst opboksen tegen veel njets, niet alleen omdat het plan vrij ‘ongewoon’ leek, maar ook omdat hij zijn flessen wou bewaren in een beschermde zone, de zogeheten Area Marina Protetta di Portofino.

Maar Italië zou Italië niet zijn als er niet genetwerkt kon worden en het plan voor de onderzeese wijnkelder belandde op tafel bij het Ministerie van Landbouw en Visserij in Rome. En daar vond men het een ‘cool’ idee. Na een wetenschappelijk onderzoek door de universiteit van Genua m.b.t. de eventuele gevolgen van zo’n onderzees kelderproject op het fragiele ecosysteem - conclusie bleek overigens: zero impact - zetten ook de lokale autoriteiten het licht op groen.

De wetenschappers prikten de ideale locatie vast en Piero Lugano kon medio 2009 eindelijk 6.500 flessen van zijn ‘oogst 2008 Brut Nature’ tot een diepte van zo’n 60 meter laten zakken. Daarvoor gebruikte hij speciaal ontworpen, roestvrije stainless-stalen kooien. Een wijnvariatie op oester- of mosselbanken.

Wijn houdt van water
Nog eens een goede 13 maanden later werd deze experimentele bubbelcollectie weer opgevist. Hadden de flessen deze toch radicale methode overleefd? Volgens Lugano waren alle exemplaren nog 100% intact - zij het royaal bedekt met algen en allerlei onderzees leven, waaronder zeesterren en oesters, die netjes werden verwijderd - , en toen de eerste fles van deze ‘Abissi’-cuvée werd geopend, bleken de proevers zeer tevreden over het eindresultaat. Ze spraken over een krachtige moussekraag, gevolgd door een boeket van gekarameliseerde limoenzeste en gedroogde bloemblaadjes, met een toets van gebakken appel en piment. In de mond verrassend zacht en rijp, flirtend met zoet, met impressies van witte perzik en een droge, minerale, zelfs zilte afdronk.

Na dit blijkbaar succesvol experiment, was Piero Lugano niet meer te stoppen en deze zomer werd de tweede oogst opgevist, de Abissi millésime 2009.

Benieuwd wanneer deze aquawijncultuur navolgers krijgt.